Demo aanvragen

Vul onderstaand formulier in en ontvang een gratis productdemonstratie.

Velden met een (*) zijn verplicht.




    Ik wil graag een online demo

    Dag 8

    Lief dagboek,

    Na alle feestdagen, gezelligheid en bijbehorende drukte, hebben we inmiddels ook al de 1e maand van het nieuwe jaar achter ons liggen. Niet alleen een nieuw jaar, maar zelfs ook een nieuw decennium, vol met nieuwe uitdagingen, kansen, mogelijkheden en ongeschreven pagina’s; zowel letterlijk als figuurlijk. Zo’n blanco jaar doet mij mijmeren over wat ik voor doelen heb voor de komende maanden en wat ik graag zou willen ondernemen. Alles is immers mogelijk, dus hoe fijn is het dan om in allerlei mogelijkheden en opties te denken?

    In die mijmering komt van alles bovendrijven, maar aangezien het over slechts enkele weken al voorjaarsvakantie is, lijkt mij dat een uitstekend 1e focuspunt om plannen voor te maken. Niet alleen omdat het standaard al heerlijk is om er even tussenuit te zijn – ongeacht hoe leuk ik mijn werk ook vind -, maar ook omdat meermaals is bewezen dat een goede balans in werk en privé zo ontzettend belangrijk is. Meer dan genoeg redenen dus om mij te oriënteren op de invulling daarvan.

    Ik ben een echte wintersportfan. De mooie witte bergen, veel sneeuw, fantastisch geprepareerde pistes, de gezellige en ongedwongen sfeer die overal merkbaar is, de frisse buitenlucht, het lekker actief bezig zijn, het heerlijke eten en natuurlijk de unieke après-ski gelegenheden; wat wil een mens nog meer?

    Het is echt de ideale gelegenheid om je hoofd helemaal leeg te maken en los te komen van het dagelijks leven. Tegelijkertijd vind ik het ook heerlijk om zittend op een terras vanachter een grote mok warme chocolademelk met slagroom te kijken naar al die mensen op en rond de pistes. Al die mensen zijn namelijk haast weer een gemeenschap op zich en alles zo aanschouwend is ook snel de link te leggen naar de werkvloer. Benieuwd naar die link? Hou dan mijn volgende dagboekpublicatie in de gaten die ik opstel tijdens mijn aanwezigheid op en rond de piste. Ik ga nu namelijk eerst de reis boeken en alle voorbereidingen treffen.

    Doeidoei,
    Donny de glazenwasser

    #goedewerk-privébalans
    #DPM
    #digitalepersoneelsmonitor
    #gahetgesprekmetelkaaraan
    #strategischpersoneelsbeleid
    #SPP
    #weetwaterspeeltopdewerkvloer
    #leerelkaarechtkennen
    #onbenutpotentieel

    Dag 7

    Lief dagboek,

    We naderen het einde van het jaar. Dat betekent een tijd van gezelligheid, veel lichtjes, het versieren binnen en buiten de woning, het kijken van kerstfilms en ga zo maar door. Maar ook het nadenken over het kerstmenu, het inslaan van alle benodigdheden, de drukte in de winkels, de toenemende stress, etc., etc.

    Ook al is het een feit dat het leven ook na de jaarwisseling weer gewoon verder gaat – en nagenoeg zelfs altijd op dezelfde wijze als daarvoor -, lijkt er toch ieder jaar opnieuw een idee te heersen dat de overgang van 31 december naar 1 januari een kantelpunt is. Maar een kantelpunt naar wat? Het einde van de wereld? Of juist de start van een betere wereld? Een andere invulling van het dagelijkse leven zoals we dat tot dan toe altijd gewend waren?

    Op de diverse werkvloeren zie ik dat idee altijd het sterkste tot uiting komen. Er wordt extra hard gewerkt om bepaalde werkzaamheden nog af te krijgen, om projecten afgerond te krijgen, om de mailbox op te schonen en om toegewezen budgetten zo veel mogelijk op te maken. Dat alles met het idee om, ….. Ja, om wat eigenlijk? Omdat het na 31 december opeens heel anders werken is? Omdat er na 31 december opeens geen budgetten meer zijn? Omdat een project of taak na 31 december opeens niet meer bestaat of doorgang kan vinden?

    Steevast wordt er aan het einde van het jaar ook teruggekeken op het jaar dat bijna achter ons ligt. Op het gebied van werk valt daar veel op te reflecteren. Naast de gelukkig ook vele mooie momenten, successen en ervaren werkgeluk, werd er in het landelijke nieuws meermaals melding gemaakt van stakingen. Zo waren er – onder meer – de stakingen in het openbaar vervoer, het onderwijs, de zorg, de luchtvaart en bij productiebedrijven. Dit was om uiteenlopende redenen, maar in de kern ging het altijd om ‘ongenoegen’. Ongenoegen over bijvoorbeeld het salaris, pensioen, werkdruk of het zich niet gewaardeerd voelen.

    En van dichtbij zag en hoorde ik zelf ook allerlei werkgerelateerde thema’s die allerlei vormen van ongenoegen met zich meebracht. Slechts een greep van die thema’s omvatten:

    – toename van moeilijk(er) vervulbare vacatures
    – hogere uitstroom en uitval van medewerkers
    – het slechts beschikken over incomplete relevante informatie of het niet eenvoudig op kunnen vragen van die informatie
    – een duidelijke visie of missie hebben, maar niet weten hoe de medewerkers in die gewenste richting te krijgen
    – verhoogde werkdruk
    – veel overleggen waardoor belangrijke functionarissen niet bereikbaar zijn voor hun medewerkers en die ook niet of weinig tot resultaat leiden
    – gevoel van onveiligheid om bepaalde punten bespreekbaar te maken met leidinggevenden
    – stress en niet weten hoe eea op te lossen

    En dan is er nog 1 van de veelzeggende genomineerde woorden voor het ‘Van Dale woord van het jaar 2019’: levensloopstress. De betekenis daarvan omschrijft Van Dale als volgt: “Stress die werknemers kunnen ervaren als gevolg van gebeurtenissen die zich gedurende alle fasen van hun werkzame leven in hun privésituatie kunnen voordoen.”

    Kortom, genoeg stof tot nadenken en reflecteren over al deze vormen van ongenoegen.

    Maar het einde van het jaar is niet alleen een periode van terugkijken, maar ook van het vooruitkijken. Wat wil of hoop je te bereiken in het nieuwe jaar, wat hoop of wens je dat er gaat gebeuren, welke voornemens ga je nu echt (ja, echt!) ten uitvoer brengen en hoe valt dat ongenoegen om te zetten in genoegen?

    Zoals Jules Claretie (Frans schrijver, theateracteur en historicus, 1840 – 1913) het ooit eens zo mooi verwoordde: “Eerlijk en met genoegen een werk te verrichten dat ons bevalt, dat is eenvoudigweg het geluk.” En is dat niet wat wij allen proberen na te streven? Deze vraag zal eenvoudiger te beantwoorden zijn dan de vraag hoe we dat genoegen dan kunnen bewerkstelligen. Ook ik heb daar niet zomaar een kant-en-klaar-antwoord op. Wel weet ik dat vele vormen van ongenoegen samenhangen met communicatie. Meer specifiek, met een vorm van miscommunicatie of geen communicatie. Pas als men van elkaar weet wat er speelt, wat er leeft, wat men kan of juist niet kan, wat men wil of juist niet wil, kan er naar gehandeld worden. En dat valt of staat met communicatie. En dan niet de eenzijdige communicatie, maar wederzijdse communicatie. Deel informatie met elkaar, ga in gesprek met elkaar en kom zo met elkaar tot dat punt van genoegen. Zou dat niet een mooi voornemen voor 2020 zijn? Het bewerkstelligen van wederzijdse communicatie – en daarmee dus uitwisseling van relevante informatie -, gebaseerd op openheid, transparantie, vertrouwen en met als doel om de eerder genoemde negatieve thema’s om te buigen in positieve thema’s. Uiteindelijk wil iedereen met plezier, voldoening en positief resultaat aan het werk zijn. Of je nu medewerker of leidinggevende bent, zelfstandige, flexwerker of in loondienst en ongeacht welk werk je ook doet.

    Ik wens je hele fijne feestdagen en een mooi, gezond en gelukkig 2020 toe, waarin het ‘genoegen’ centraal staat; zowel in je privéleven als in je werk!

    En als je nog druk bezig bent met het willen afronden van je werk voor het einde van dit jaar, denk dan aan wat Don Herold (Amerikaans humorist, schrijver, illustrator en cartoonist, 1889 – 1966) ooit heeft uitgesproken: “Werk is het mooiste wat er is, laten we dus zorgen dat we iets voor de volgende dag overlaten.” Ook na 31 december komen er namelijk weer genoeg nieuwe werkdagen.

    Doeidoei,
    Donny de glazenwasser

    Wil jij ook een zeer genoeglijk 2020? Klik dan hier

    #DPM
    #digitalepersoneelsmonitor
    #gahetgesprekmetelkaaraan
    #strategischpersoneelsbeleid
    #SPP
    #weetwaterspeeltopdewerkvloer
    #leerelkaarechtkennen
    #onbenutpotentieel

    Dag 6

    Lief dagboek,

    vandaag is het een dag van gezelligheid, plezier, feest, veel lekkers (snoepgoed), enigszins gezonde spanning en cadeaus. Het is namelijk de dag waarop in menig huishouden het Sinterklaasfeest wordt gevierd. Maar ook bij bedrijven is er aandacht voor deze feestdag. Nagenoeg overal staan grote schalen of potten met strooigoed, wordt er op de werkplekken iets lekkers rondgedeeld en her en der komen de Sint en zijn Zwarte Pieten op bezoek. Overal heerst grote vrolijkheid en plezier en iedereen is vol verwachting van ’t heerlijk avondje dat gaat komen.

    Dat geldt ook voor mij; zeker nu mijn werkzaamheden er voor vandaag opzitten. Ik plaats net mijn spullen in mijn bus, als ik achter mij een harde doffe klap hoor, gevolgd door wat gerinkel op de grond en een andersoortig geluid dat ik niet kan plaatsen. Verschrikt kijk ik achterom en zie al snel wat de oorzaak van deze herrie is. Een auto blijkt bij het wegrijden uit zijn parkeervak tegen een paaltje te zijn gereden. Het paaltje staat scheef, de tegels eromheen zijn wat omhoog gekomen vanuit de bestrating en op de straat liggen diverse kunststof onderdeeltjes. Terwijl ik snel naar de auto loop om te zien of ik kan helpen, stapt de chauffeur van de auto uit. Hij is zichtbaar aangeslagen en geschrokken. Terwijl hij langzaam naar de voorkant van zijn auto loopt, heeft hij beide handen boven op zijn hoofd liggen terwijl hij – haast niet merkbaar – zijn hoofd schudt van ongeloof.

    Ik vraag de man of hij oké is. Eerst blijft het stil, maar vervolgens stamelt hij dat hij niets heeft. Het ongeloof maakt langzaam plaats voor wanhoop als hij zich lijkt te beseffen wat er is gebeurd en wat dit voor consequenties heeft. “Nee, niet nu! Dit kan echt niet! Ik moet snel naar huis om samen met mijn gezin en familie het Sinterklaasfeest te vieren. De Sint en zijn pieten komen zo bij ons thuis op bezoek. Daar wil ik bij zijn; dat heb ik de kinderen vanmorgen ook beloofd.” Hij begint onrustig heen en weer te lopen, in paniek zoekend naar een oplossing om zo snel mogelijk thuis te komen.

    Omdat het wel duidelijk is dat hij met deze auto niet verder kan rijden, pakt hij zijn mobiel uit zijn zak en belt de pechhulpverlener. Ik haal in de tussentijd een flesje water uit mijn bus, omdat ik vermoed dat de man wel even een slok water kan gebruiken om wat tot rust te komen. Als ik terug loop naar de man en hem het flesje water aanreik, kijkt hij mij verdrietig aan terwijl hij zegt dat het druk is met pechgevallen waardoor ze niet binnen een uur ter plaatse kunnen zijn. “Wat moet ik nu?” vraagt hij wanhopig. “We kijken al zo lang uit naar dit feest. Door allerlei persoonlijke omstandigheden hebben we een roerige tijd achter de rug en het betekent daardoor extra veel voor ons dat we dit feest in aanwezigheid van onze volledige familie kunnen vieren. Als het goed is, is de visite inmiddels bij mij thuis aangekomen: de oma’s en opa’s, zussen en zwagers, broers en schoonzussen en onze nichtjes en neefjes. Mijn vrouw was al vroeg in de weer om alles op tijd klaar te zetten en gezellig aan te kleden. En mijn dochtertje van 3 en zoontje van 6 sprongen vanmorgen vroeg al dolenthousiast op ons bed en lieten mij beloven dat ik op tijd thuis zou zijn voor dit grote feest, omdat ik de laatste tijd al steeds zoveel later thuis ben door een klus op het werk. Ik heb ze beloofd dat ik echt op tijd zou zijn. En nu dit…”

    De man zet het flesje water aan zijn mond en neemt een flinke slok. “Woon je hier in de buurt?” vraag ik de man. “Op zo’n 25 km hier vandaan”, antwoordt hij. “Maar het heeft geen zin om iemand van de familie te vragen mij op te komen halen. We zijn dan zeker te laat voor de komst van de Sint en dan is er ook nog eens iemand extra afwezig. Ik zal mijn vrouw helaas moeten bellen om te zeggen dat ik niet op tijd aanwezig kan zijn.” “Nee hoor”, zeg ik snel, “jij gaat er gewoon op tijd bij zijn.” “Hoe dan?”, vraagt de man terwijl hij mij met een niet begrijpende blik aankijkt. “Simpel”, antwoord ik, “ik breng jou gewoon thuis. Jij belt de pechhulpverlener om te laten weten dat ze vandaag niet meer hoeven te komen maar dat ze morgen kunnen komen, we duwen je auto terug het parkeervak in en ik breng je thuis.” “Meen je dat nu?” vraagt de man mij. “Wil je dat echt voor mij doen?” “Natuurlijk wil ik dat voor je doen. Voor mij een kleine moeite en met zo’n feest als dit hoor je gewoon thuis bij je familie te zijn. Kom op, snel aan de slag.”

    Snel klaren we de klus en met 5 minuten zijn we op weg in mijn bus. Terwijl de man mij steeds aanwijzingen geeft welke richting ik op moet, begint hij te vertellen over waarom hij nu zo laat vertrok. “Ik werk op de afdeling HRM en we hebben het nagenoeg altijd wel druk, maar met het einde van het jaar in zicht heeft de directie nu opeens meer de focus liggen op de kwantiteit en kwaliteit van het personeelsbestand. Om daar meer inzicht in te krijgen en eventueel op te kunnen sturen, willen ze daarvoor een grote hoeveelheid aan managementinformatie ontvangen. Op zich is dat niet zo’n probleem, ware het niet dat ik degene ben die al die informatie aan moet leveren, terwijl ze zelf zoekende zijn naar wat ze dan precies willen ontvangen en dat dan ook steeds weer wijzigen. En dat kost mij veel tijd, omdat ik niet zozeer een applicatiebeheerder ben en dus niet die gegevens zo even 1-2-3- op kan halen, laat staan dat overzichtelijk weer kan geven in rapportages. De ene keer wil de directie het namelijk in cijfers zien, dan weer in staafdiagrammen of cirkels of iets helemaal creatiefs. Dat is echt niet zo snel of eenvoudig in te regelen zoals zij zelf denken, dus door al die wijzigende vraagstellingen was ik de laatste dagen al steeds later thuis. Ik hoopte gister dat het nu eindelijk naar wens was en ik daardoor vandaag op tijd weg kon gaan, maar vanmorgen ontving ik toch weer een mail van 1 van de directeuren omdat ze nog aanvullende informatie wensten te ontvangen en dat moest ook nog per se vandaag worden aangeleverd. Het was echt weer flink stressen en een race tegen de klok, maar ik heb het afgekregen en verstuurd, ook al kon ik daardoor pas later vertrekken dan gewild. Door alle stress en haast zag ik het paaltje volledig over het hoofd, terwijl ik vol gas uit het parkeervak wegreed.”

    Als wij aankomen bij zijn huis, straalt de warmte en gezelligheid ons al tegemoet. Binnen zit het vol met visite, de kinderen zijn met elkaar aan het dansen op de gezellige Sinterklaasmuziek, terwijl de volwassenen druk met elkaar zitten te praten, ondertussen genietend van hun warme chocomel met slagroom. Net op het moment dat één van de vrouwen met een zorgelijke blik op haar horloge kijkt, opent de man de voordeur. Het feest kan nu echt daar beginnen; de familie is compleet en klaar voor de komst van de goedheiligman en zijn pieten.

    Met een blij en warm gevoel stel ik mijn navigatie in op mijn thuisadres. Terwijl ik daar mee bezig ben hoor ik een vreemd geluid buiten mijn bus. Is dat nu het geluid van paardenhoeven die rustig dichterbij komen? Via mijn buitenspiegels probeer ik te achterhalen waar het geluid vandaan komt en wat het is. Dan opeens wordt er kort maar krachtig op het raam aan de rechterkant geklopt. Enigszins geschrokken stap ik uit mijn bus om te zien wie dat deed. Er is niets te zien, totdat opeens vanachter de bus een schitterend wit paard tevoorschijn komt, met daarop niemand minder dan Sinterklaas, vergezeld door zijn vrolijke Zwarte Pieten. “Dag Donny”, begint de vriendelijke Sint, “wat ontzettend fijn dat jij deze beste man naar huis hebt gebracht. Daardoor heb jij veel mensen erg gelukkig gemaakt. Jij mag dan ook zeker jouw schoen vanavond zetten en ik beloof je dat ik nog even langskom voordat ik weer naar Spanje vertrek.” “Nou, dank u wel Sinterklaas, dat ga ik zeker doen.” antwoord ik nog enigszins verbaasd over deze onverwachte ontmoeting. Eén van de pieten geeft mij een hand vol strooigoed, wat ik dankbaar in ontvangst neem. Terwijl het gezelschap zich naar de woning van de man en zijn familie begeeft, stap ik in de auto en ga op weg naar huis. Op weg naar een heerlijk avondje met familie, vrienden, cadeaus, lekkers en veel plezier en gezelligheid!

    Doeidoei,
    Donny de glazenwasser

    Wil jij wel eenvoudig de gewenste managementinformatie aanleveren of zelf opvragen? Klik dan hier

    #DPM
    #digitalepersoneelsmonitor
    #gahetgesprekmetelkaaraan
    #strategischpersoneelsbeleid
    #SPP
    #weetwaterspeeltopdewerkvloer
    #leerelkaarechtkennen
    #onbenutpotentieel

    Dag 5

    Lief dagboek,

    nog net voordat ik mijn bus bij mijn 1e klant van vandaag parkeer, hoor ik op de radio dat het de week van de werkstress is. Er wordt verteld dat werkgevers steeds meer geld kwijt zijn aan personeelsverzuim als gevolg van werkstress en dat dit jaarlijks een kostenpost van 2,8 miljard euro is. Er komen allerlei schrikbarende cijfers voorbij die uit onderzoek van TNO en het CBS zijn gebleken. Zo blijken in Nederland 1,3 miljoen mensen last van burn-outklachten als gevolg van werkstress te hebben. En 60% van alle medewerkers die de hele dag gebruik maakt van een pc of smartphone, verzuimt 2 keer zo vaak vanwege werkdruk of werkstress. Dit blijkt zogenoemde ‘technostress’ te zijn; een term waar ik nog nooit van had gehoord.

    Terwijl ik dit in gedachten allemaal aan het overpeinzen ben, zet ik al mijn benodigdheden klaar voor de schoonmaakklus die mij te wachten staat. Ik ben in een stad bij een ICT-bedrijf dat gevestigd is in een statig en sjiek uitziend kantoorpand van slechts 3 etages. Doordat dit pand ingeklemd staat tussen andere aangrenzende panden, hoef ik alleen de voor- en achterkant maar te wassen. Dit bedrijf is in tijdsduur nog niet zo lang klant bij mij – nog maar zo’n 1,5 jaar -, maar omdat ze het belangrijk vinden dat het gebouw er schoon uitziet, kom ik er zeker zo’n 10 keer per jaar. Ik kom er dus heel vaak en ben bekend met het gebouw, maar vreemd genoeg niet met de mensen die er werken. Ze betalen trouw mijn facturen en soms is er per mail contact over de planning van het glazenwassen, maar verder is er geen enkel contact. In die 1,5 jaar dat ik er kom, zie ik ook altijd hetzelfde beeld achter de diverse ramen; de nodige mensen die achter veel en grote beeldschermen zitten. Een aantal heeft meerdere schermen voor zich staan, een deel heeft er 1 op het bureau staan of zit achter de laptop en diegenen die niet achter een beeldscherm of laptop zitten, kijken op hun smartphone of halen snel een espresso bij een koffieapparaat dat eruit ziet of het alleen maar door een barista bediend kan worden. Persoonlijk vind ik het er altijd een beetje ‘eng’ en beklemmend uitzien; er straalt geen plezier vanuit en het roept bij mij ook niet direct het beeld op van een prettige werkomgeving. De mensen hier komen haast over als robots, ze kijken nagenoeg allemaal nors en ik vraag mij altijd weer af hoe ze als collega’s zijn en als mens in hun privé situatie. Zouden ze dan heel anders zijn, dan wat ze hier op kantoor uitstralen? En zouden ze dan wel wat meer rust tonen? Alles lijkt hier namelijk ook gehaast te gaan. Er wordt snel heen en weer van het bureau naar een andere locatie gelopen, soms wordt er kort iets naar een ander geroepen en er wordt vooral heel snel en driftig getypt.

    Ik ben gelukkig net van mijn ladder afgestapt om die te verplaatsen, als er om de hoek van de ingang van het bedrijf een man gehaast naar buiten komt lopen en geïrriteerd kijkend op zijn smartphone tegen mijn ladder aanloopt. Terwijl ik de ladder nog net op tijd vast kan grijpen en hem weer recht overeind zet, vraag ik de man of hij gewond is geraakt. “Nee” antwoordt hij gehaast, “hooguit een blauw plek. Ik loop mij net op te winden over de zoveelste ziekmelding die binnen komt. We hebben het hartstikke druk, komen al standaard mensen tekort terwijl er nu ook de nodige ziek thuis zitten  en dan krijg ik de boodschap vanuit de directie dat ik dit als leidinggevende allemaal moet oplossen en nog snel ook. Geen idee hoe. De wereld is een gekkenhuis en hier is het hoofdkantoor.” Hij pakt zijn telefoon er weer bij en vervolgt gehaast zijn route.

    Omdat ik zo vaak de ramen hier was, zijn ze altijd eenvoudig schoon te krijgen. Ik ben dus snel klaar met mijn klus hier. Ik pak mijn spullen in en vertrek naar mijn volgende klant. Dat is een zakelijke dienstverlener die een wijk verderop zijn kantoor heeft. Ook hier kom ik nog niet zo lang – ik ben er nog maar 2 keer geweest -, maar ik word altijd vriendelijk begroet, een enkeling maakt een praatje als ze langslopen of ik krijg iets te drinken aangeboden. Altijd wel een gezellige boel dus, ook al wordt er overduidelijk wel hard gewerkt.

    Blijkbaar is het er nu feest. Aan de gevel bij de toegangsdeur staat een schitterende ballonnenboog en als ik het pand nader, zie ik ook binnen de nodige versiering hangen. Zodra ik uit mijn bus stap, hoor ik vrolijke muziek  uit het gebouw komen. Hier is het duidelijk feest.

    Ik wil net de spullen uit mijn bus halen, als het flink begint te regenen. “Dat komt mooi uit Donny! Kom snel binnen, wij hebben hier genoeg taart en drinken voor je.” hoor ik achter mij. Dat laat ik mij geen twee keer zeggen. Dit is namelijk mijn laatste klant voor vandaag, dus ik heb genoeg tijd om het werk gedaan te krijgen. En nu met dit slechte weer, kan ik toch even niets doen. Ik haast mij dus naar binnen en zie daar aangekomen dat het 1 van de directeuren was die mij riep. Breed lachend staat hij mij tussen diverse groepjes vrolijk pratende en lachende mensen op te wachten met uitgestoken hand. Ik schud hem de hand en vraag hem wat de reden voor dit feest is. Terwijl hij mij een bord met een groot stuk taart erop aanreikt en wijst waar ik iets te drinken kan halen, antwoordt hij dat dit is om te vieren dat ze als bedrijf zeer lage ziekteverzuimcijfers hebben, nauwelijks vacatures en nauwelijks uitstroom. “Dit heb ik nog niet eerder gehoord.” zeg ik. “Ik ken wel de geijkte feesten en borrels, maar niet om een reden als deze.” “Nee,” antwoordt de directeur, “dat is toch eigenlijk vreemd? Je hoort wel van het vieren van successen, zoals bijvoorbeeld bij het binnenhalen van een mooie klant of opdracht. Dat is omdat er vaak een mooi prijskaartje aan hangt. Waarom zou je het dan niet vieren als je de juiste dingen op bedrijfsvoeringsniveau doet, die naast veel plezier en een goede vibe, ook nog eens veel kosten bespaart?” “Dat klinkt inderdaad als een goede reden voor een feest,” antwoord ik, “maar mag ik vragen aan wat voor een kostenbesparende zaken ik dan moet denken?” “Tuurlijk!” antwoordt hij. “Neem nu als zeer actueel voorbeeld de werkstress en het verzuim dat dit veroorzaakt. Het TNO en CBS hebben berekend dat ziekteverzuim als gevolg van werkstress en werkdruk omgerekend zo’n € 8.100,- per werknemer kosten. Dat is een heleboel geld, zeker als je meer mensen hebt die ziek uitvallen en als bedrijf iedere euro heel goed kunt gebruiken. Wij zijn als zakelijke dienstverlener in een branche werkzaam die veel van ons vraagt. Die werkdruk en stress zijn ons ook zeker niet vreemd en ook wij hebben daar echt wel flink de negatieve gevolgen van ondervonden. Dat was voor ons als directie de reden om te zeggen dat wij dat zo niet langer wilden. Niet alleen vanuit het aspect van de bedrijfsvoering, maar ook vanuit menselijk oogpunt. Ons bedrijf kan alleen maar bestaan als wij de juiste mensen en in voldoende capaciteit hebben, dus wij zijn van elkaar afhankelijk. En zeg nou zelf, uit onderzoek blijkt dat bijna 1 op de 2 medewerkers vindt dat er maatregelen nodig zijn tegen werkstress. Dan zou je als werkgever toch gek zijn om je medewerkers niet te betrekken bij het bedenken en creëren van die maatregelen? Mijn motto is namelijk: Management is de dingen goed doen, leiderschap is goede dingen doen.”

    “Nou, dat klinkt zeker goed.” antwoord ik. “Maar hoe hebben jullie dat gedaan dan?” “Dat is het mooie van alles,” zegt de directeur, “ik weet dat veel bedrijven van een huidige situatie als die van ons dromen, maar het slechts als een utopie zien. Niet haalbaar of realistisch en slechts met heel veel inspanning en kosten te realiseren. Dat is dus absoluut niet waar. Het zal als een tegeltjeswijsheid klinken, maar wij spreken uit ervaring en kunnen dus ook volmondig zeggen: ‘Als je focust op kosten, gaat de kwaliteit omlaag; als je focust op kwaliteit, gaan de kosten omlaag. En als je focust op resultaat, zul je nooit veranderen; wanneer je focust op verandering, zul je resultaat zien.’ Wij zijn dus gestart met het onderzoeken van wat er leeft en speelt onder al onze medewerkers. Dat leverde een schat aan informatie op en zodoende konden wij met concrete maatregelen komen. Niet alleen die maatregelen zelf, maar ook het betrokken laten zijn van onze medewerkers, zorgden ervoor dat er sinds een jaar geen medewerkers meer zijn uitgevallen als gevolg van werkstress of -druk, dat de medewerkers veel meer autonomie en beter passende taakeisen hebben en dat zij veel meer werkplezier ervaren doordat we nu weten wat ze leuk vinden om te doen en waar ze energie van krijgen. Dat proberen we zoveel mogelijk in te bouwen, als dat kan. En dat alles zorgt er vervolgens ook weer voor dat mensen met plezier en betrokkenheid hier blijven werken, dus minder uitstroom en minder vacatures. En de kosten? Dat was alleen maar een bescheiden investering in een digitaal systeem en wat beperkte uitgaven in een aantal maatregelen. Maar die investering was het dubbel en dwars waard, want we besparen daardoor zo ontzettend veel geld op de negatieve en veel energie kostende zaken die we nu niet meer hebben. Alle reden dus voor een feest.” “Nou, daar proost ik op.” antwoord ik terwijl ik een glas limonade omhoog hou. Ik geniet van de taart en het vrolijke gezelschap en zodra het weer is opgeklaard, ga ik fluitend en vol energie aan het werk.

    Doeidoei,
    Donny de glazenwasser

    P.s. benieuwd naar welk digitaal systeem de directeur gebruikt? Klik hier

    #weekvandewerkstress
    #DPM
    #digitalepersoneelsmonitor
    #gahetgesprekmetelkaaraan
    #strategischpersoneelsbeleid
    #SPP
    #weetwaterspeeltopdewerkvloer
    #leerelkaarechtkennen
    #onbenutpotentieel

    Dag 4

    Lief dagboek,

    het is inmiddels alweer even herfst en dat is ook zeer goed merkbaar. Het is weer vroeger donker en met het ingaan van de herfst is ook het weerbeeld veranderd. Wellicht zul je verwachten dat ik als glazenwasser niet veel op heb met deze tijd van het jaar, maar ik geniet hier juist echt van. Dat doe ik eigenlijk met alles wat het jaar ons te bieden heeft; die afwisseling is toch geweldig?

    Vandaag ben ik nog wat later dan gebruikelijk aan het werk. Een flinke regenbui vanmiddag zorgde er namelijk voor dat ik het werk even moest staken. Inmiddels ben ik weer zo’n uur bezig en hoef ik nog maar een paar ramen te doen. Het is gelukkig een laag gebouw, waardoor de raampartijen makkelijk en snel zijn te bereiken. Het langwerpige vrijstaande kantoorpand bestaat overwegend uit 1 verdieping; slechts op 2 hoeken van het gebouw is er nog een etage bovenop gebouwd die ik prima met de ladder kan bereiken. Dat deel heb ik echter al klaar.

    Ondanks dat de zon al onder is en het daardoor donkerder is geworden, belemmert mij dat niet om mijn werk af te maken. Op het omliggende terrein bij het kantoorpand is genoeg verlichting aanwezig, waardoor ik goed zicht heb op wat ik doe. Daarnaast zijn er ook binnen nog een aantal mensen aan het werk, waardoor het niet vreemd is dat ik daar nog bezig ben. Trouwens, ik ben daar haast kind aan huis, dus de mensen weten precies wie ik ben en kijken er niet raar van op als zij mij zien.

    Ik ben bij de laatste 6 ramen aangekomen. Achter die ramen brandt nog licht. Het is een grotere kamer, waar meerdere bureaus in staan. Het merendeel van de werkplekken is al leeg. Er zijn nog 3 mensen aanwezig: een man en 2 vrouwen. De man staat rechts in de ruimte achter zijn bureau en terwijl hij zijn spullen aan het opruimen is, staat hij overduidelijk geëmotioneerd over iets te praten. Niet dat hij huilt, maar aan zijn gezicht, houding en armbewegingen is duidelijk te zien dat hij iets zegt waarover hij geïrriteerd is of iets dergelijks. Vanzelfsprekend kan ik niet horen waarover het gaat. Echter is er vaak het nodige uit datgene te halen wat je waarneemt. In dit geval dus met betrekking tot de man zelf, maar ook bij zijn 2 toehoorders. Zo zit de vrouw links in de ruimte met een bedremmeld gezicht op de rand van haar bureau. Naast haar op het bureau staat haar tas met daaroverheen haar jas. Ze luistert met een enigszins verdrietige blik in haar ogen naar de man, terwijl ze af en toe instemmend knikt. In het midden zit de 2e vrouw achter haar bureau, dat nog vol ligt met allerlei documenten en mappen. Waar zij in het begin nog tracht door te werken terwijl zij tegelijkertijd ook aandacht probeert te geven aan de man, geeft ze dat doorwerken op enig moment toch op. Ze draait zich met haar bureaustoel om naar de man en luistert naar wat hij verder te zeggen heeft, daarbij af en toe ook zelf iets zeggend.

    Terwijl ik in de tussentijd 2 ramen heb schoon gemaakt en begin aan het 3e raam, zie ik dat de man wat tot rust lijkt te komen. Hij trekt zijn jas aan, pakt zijn tas, zegt zijn 2 collega’s gedag en verlaat de ruimte. De vrouw in het midden van de ruimte draait haar stoel weer terug naar haar bureau en kijkt naar het beeldscherm van haar laptop, klaar om verder te gaan met waar ze mee bezig was. De vrouw links zit echter nog op de rand van haar bureau, met haar schouders inmiddels nog verder afgezakt dan net al het geval was en met een verdrietige blik kijkend naar de grond. Er is overduidelijk iets aan de hand. Na een korte tijd zie ik dat zij begint te praten en al snel gaat dat over in huilen. Ze slaat haar handen voor haar gezicht, maar haar schokkende schouders verraden dat ze overmand is door verdriet. Haar collega kijkt op van haar beeldscherm, loopt naar haar toe en slaat haar armen om de vrouw heen. Ze blijven zo even staan en dan pakt de vrouw een doosje tissues van haar bureau en geeft die aan haar huilende collega. Terwijl de vrouw haar gezicht droog dept met een tissue, is haar collega tegen haar aan het praten. Ook dit is niet te verstaan natuurlijk, maar het is wel duidelijk zichtbaar dat zij haar collega probeert te troosten. Dit lijkt ook te lukken, want de vrouw komt zichtbaar tot rust en er verschijnt zelfs even een glimlach op haar gezicht. Zij pakt nu ook haar jas en tas naast haar, slaat nog even snel een arm om haar collega heen als dank voor haar steun en verlaat de ruimte.

    Inmiddels ben ik al bezig met het laatste raam en hoef die alleen nog maar met de wisser droog te trekken en met een droge doek na te lopen bij de randjes en het kozijn. Terwijl ik daar mee bezig ben, zie ik de vrouw – die als enige nog is achtergebleven – op haar horloge kijken, vervolgens naar haar laptop, gevolgd door het snel doorbladeren van een aantal documenten op haar bureau. Uiteindelijk kijkt ze nog eens op haar horloge. Ze schudt langzaam met haar hoofd, doet haar ogen dicht en zet haar vingertoppen tegen de zijkant van haar hoofd, daarbij langzaam cirkels draaiend over haar slapen. Het komt op mij over alsof ze een soort interne strijd aan het voeren is, waarbij ze zich neer moet leggen bij iets wat ze niet voor ogen had.

    Terwijl ik mijn spullen schoon en gereed maak voor vertrek, zie ik dat de vrouw haar laptop afsluit en die samen met de documenten van haar bureau in haar tas doet. Ik ben net bezig met het vastsjorren van de ladders op mijn bus, als ik plotseling achter mij hoor “Hoi Donny, ook nog laat bezig?” Ik kijk om en zie de vrouw achter mij staan. Ze kijkt mij vriendelijk aan. Ik loop naar haar toe terwijl ik antwoord “Ja, dat klopt. Die flinke regenbui van vanmiddag zorgde voor wat oponthoud, maar het is nu allemaal klaar en weer mooi schoon. Maar voor jou ook een latertje?” Ik sta nu voor haar en door het licht van de buitenlamp dat op haar valt, zie ik dat ze er erg vermoeid uit ziet. “Ja”, zegt ze, terwijl ze er diep bij zucht. “Het was weer zo’n dag die niet ging hoe ik voor ogen had en waardoor ik mijn werk niet kon afmaken. Dat betekent dat ik dus maar weer werk heb meegenomen, zodat ik daar vanavond thuis verder mee aan de gang kan gaan. En dat terwijl ik juist zo verlang naar een heerlijk rustig avondje voor de tv; even gewoon tijd voor mezelf en heerlijk ontspannen.” “Hm, dat klinkt niet erg best dan.”, geef ik als reactie. “Is dat omdat het zo druk is op het werk en is er wel uitzicht op wat meer rust buiten het werk om?” “Nee”, zegt de vrouw, “ik vrees dat het voorlopig zo blijft. Voor onze afdeling geldt dat wij nooit ons werk af zullen krijgen, omdat het een continu proces is. Dat is inherent aan ons vakgebied en dat is ook geen enkel probleem. Maar al sinds een paar maanden is er te veel werk en te weinig mensen, waardoor we nu heel erg achter de feiten aanlopen. Er speelt gewoon heel veel binnen de organisatie wat voor diverse knelpunten zorgt. Zo zijn er bijvoorbeeld een aantal cruciale vacatures die maar niet opgevuld worden, waardoor er serieuze problemen ontstaan in zowel zeer bepalende uitvoerende functies als ook op belangrijke leidinggevende posities. Daarnaast zijn er voor een aantal belangrijke procesketens binnen onze organisatie nieuwe processen beschreven die in de praktijk niet goed blijken te werken en juist voor meer problemen zorgen. Die extra werkdruk en al dat gedoe zorgt voor een gespannen sfeer binnen de organisatie en heeft helaas ook al voor de uitval van een paar mensen gezorgd. En daarmee worden er nog meer problemen gecreëerd, want er zijn immers nog minder mensen om het werk te doen. En misschien nog wel het ergste van alles is dat de top van het bedrijf er niets aan lijkt te doen. En waarom niet? Geen idee. Ik weet niet of het vanuit onkunde is of vanuit onwil, of er nu diverse belangen spelen of dat ze simpelweg geen oog hebben voor wat er nu daadwerkelijk speelt op de werkvloer. Het blijft maar gissen, terwijl het in de tussentijd een zorgwekkende situatie is geworden. Naast dat ik mijn werk zoveel mogelijk probeer af te krijgen en in ieder geval de belangrijkste zaken door wil en moet laten gaan, fungeer ik inmiddels ook als een soort praatpaal op de afdeling. Meerdere collega’s maken zich ernstig zorgen over waar dit alles toe gaat leiden en geven aan dit niet veel langer vol te kunnen houden. Dat begrijp ik volledig, want ik ervaar dat ook zo. Maar doordat mensen bij mij hun verhaal komen doen of letterlijk komen uithuilen, ga ik ook steeds verder achterlopen met mijn werk en kost het mij steeds meer avonden en uren in de weekenden om weer wat bij te komen met het werk. Ik wil mijn collega’s echt wel helpen, maar ik merk dat dit nu ook ten koste van mij gaat. Zij zijn hun frustraties of verdriet weer even kwijt, maar ik neem het ongewild toch met mij mee. Zo pieker ik over wat ik kan doen om te helpen of een en ander te verbeteren en leef ik met die collega’s mee. Maar tegelijkertijd kan ik er niets aan veranderen en begin ik mij af te vragen hoe lang ik dit nog volhoud.”

    “Wow”, antwoord ik, “dat klinkt inderdaad allemaal wel heel erg ernstig en zorgwekkend. Het lijkt mij ook erg zwaar voor jou en als iets wat niet te lang meer moet duren. Maar hebben jullie dan geen leidinggevende waar jullie terecht kunnen?” “We hebben wel een leidinggevende”, zegt de vrouw, “maar we zien haar amper. Zij zit vooral veel in overleg. Dat is ook één van onze irritatiepunten; al die overleggen die binnen deze organisatie plaatsvinden, zonder dat het ook maar tot enig resultaat leidt. Waarover vergaderen zij dan steeds? En kunnen zij die tijd niet beter en effectiever besteden?

    Los van het bereikbaarheidsaspect van onze leidinggevende, speelt er nog iets anders mee. Enerzijds ziet zij nauwelijks wat er op de werkvloer speelt, doordat ze er maar weinig is. Als ze er dan al wel is, heeft ze nauwelijks oog voor ons en is ze vooral druk bezig met haar eigen werkzaamheden. Daar heeft ze natuurlijk ook minder tijd voor met al die overleggen. En wat ook niet helpt, is dat er een soort gevoel van onveiligheid heerst om bij haar aan te kloppen en het over de situatie te hebben. Vrij aan het begin heeft één van onze collega’s al wel eens bij haar aangegeven waar diegene tegenaan liep ten aanzien van de werkdrukte en problemen, maar hij kreeg geen gehoor bij haar. Sterker nog, ze stelde min of meer de vraag aan hem of hij wel geschikt was voor dit werk, omdat wat extra werkdruk inherent zou zijn aan ons vakgebied. Ze wuifde alles weg met een reactie die erop neerkwam dat het heus wel meeviel en maar tijdelijk zou zijn. Als iedereen zich daar wat minder druk over zou maken en in plaats daarvan die tijd en energie in het werk zou stoppen, dan zou het allemaal wel goed komen. Nou, dus niet. De andere collega’s willen of durven na die reactie al niet eens meer het gesprek met haar aan te gaan. Een enkeling voelt zichzelf daarvoor te onzeker, een ander graaft zich maar in het werk in de hoop op betere tijden en weer anderen – de grootste groep – durven het niet omdat ze bang zijn voor hoe ze daarna beoordeeld zullen worden door onze leidinggevende en zelfs door de top van de organisatie. Alsof het een zwaktebod is om aan te geven dat het zo echt niet langer gaat en er passende maatregelen nodig zijn.” De vrouw slaakt een diepe zucht en kijkt op haar horloge. Verschrikt kijkt ze op. “Jeetje, is het al zo laat?! Ik moet rennen Donny, want ik moet nog even snel een maaltijdsalade bij de supermarkt halen voordat ze sluiten. Van koken komt nu niets meer terecht en ik heb nog wel wat eten nodig voordat ik thuis weer verder aan het werk ga. Fijne avond nog!”

    De vrouw loopt snel weg. Ik kijk haar nog even na en vraag mij af hoe lang zij dit volhoudt. Ik hoop oprecht voor haar en haar collega’s dat er snel betere tijden aan gaan komen. Hoe? Ik heb geen idee. Lossen dit soort problemen zich vanzelf op? Ik geloof dat niet direct. Al helemaal niet als er blijkbaar meerdere kwesties spelen op diverse fronten. Maar er zal ergens moeten worden begonnen om een betere en gezondere werksituatie te creëren. Een flinke uitdaging waarbij ik ze veel succes, wijsheid en sterkte wens. Ik draai mij om en loop naar mijn bus. Het is de hoogste tijd om naar huis te gaan en een warme maaltijd te nuttigen.

    Doeidoei,
    Donny de glazenwasser

    #DPM
    #digitalepersoneelsmonitor
    #gahetgesprekmetelkaaraan
    #strategischpersoneelsbeleid
    #SPP
    #weetwaterspeeltopdewerkvloer
    #leerelkaarechtkennen
    #onbenutpotentieel

    Dag 3

    Lief dagboek,

    ook een glazenwasser moet soms eten. De lunchtijd ligt meestal rond dezelfde tijd. Dat is afhankelijk van hoe ik vlot met mijn werkzaamheden en waar ik mij op dat moment bevind, maar ik probeer daar wel enigszins aan vast te houden. De locatie van de lunch is echter altijd anders. Dat hangt namelijk af van waar ik op dat moment ben en hoe ik uitkom met mijn afspraken en tijden. Soms is dat bij 1 van mijn klanten binnen (op hun uitnodiging), maar vaker nuttig ik mijn lunch ergens buiten, of bij slecht weer in mijn auto op een parkeerplaats of iets dergelijks.

    Zo zit ik vandaag aan een picknicktafel in een mooi natuurgebied. Ik ken deze stek nog van een paar maanden geleden, toen ik ook deze zelfde route aflegde tussen 2 klanten in. Vandaag is het voortreffelijk weer, dus ik ben blij dat ik hier nu langs kom en zodoende mijn lunch kan nuttigen op deze mooie en rustige plaats. De vogels tjilpen vrolijk, de eenden kwaken hun lied en de schapen in het nabijgelegen weiland blaten vrolijk mee. Kortom, idyllischer dan dit kan het niet worden.

    Ik neem net een hap van mijn 2e boterham, als er een auto – type four-wheel drive – aan komt rijden. Hij rijdt de toegangsdam op van 1 van de weilanden en stopt daar voor het hek. Aan de bijrijderskant stapt een jongedame uit de auto om het hek te openen en zo de auto door te kunnen laten. De chauffeur geeft gas en rijdt het weiland in waarin de schapen staan. Deze schapen, ik tel er zo snel rond de 15, staan bij elkaar gegroepeerd, terwijl zij op hun kenmerkende wijze aandachtig aanschouwen wat er zich nu op hun grondgebied gaat afspelen.

    De auto rijdt eerst door naar de achterkant van het weiland, waar een trailer staat die bestemd is voor het vervoer van de schapen. De bestuurder stapt uit de auto en begint met het plaatsen van een aantal hekken die verdekt opgesteld stonden achter de trailer. In de tussentijd is het meisje ook daar aangekomen; het weiland is namelijk vrij klein en snel in afstand te overbruggen. Samen plaatsen ze de hekken zodanig dat er een kraal voor de ingang van de trailer wordt gemaakt. Blijkbaar willen ze de schapen daarin drijven, om ze van daaruit in de trailer te krijgen.

    Nadat het hekwerk staat, stapt de man weer achter het stuur en rijdt met zijn auto naar de plek waar de schapen nog steeds uiterst nieuwsgierig staan te kijken naar wat er allemaal gebeurt. Hij plaatst de auto strategisch achter de kudde, zodat hij ze van daaruit op kan drijven richting de kraal en trailer. Het meisje loopt naar de zijkant van de kudde en daarmee wordt de kudde als het ware ingesloten. Aan hun andere zijde bevindt zich namelijk een slootje en daarmee is er voor de schapen alleen nog maar de weg naar voren en dus naar de kraal. Het kan dan ook niet anders dan dat de schapen zich in een mum van tijd in de trailer zullen begeven. Dat zal tenminste het idee – en de verwachting – van de man en het meisje zijn. En in theorie lijkt het ook allemaal zo logisch en eenvoudig, maar de praktijk blijkt weerbarstiger.

    Terwijl de man de auto langzaam in beweging zet met als doel zodoende de schapen in beweging te krijgen, kijkt een enkel schaap nog eens rustig om zich heen, een ander zet slechts 1 stapje opzij en weer een ander begint maar weer te grazen, ogenschijnlijk niet onder de indruk van de auto en het meisje naast ze. Wat de man ook probeert met zijn auto, de schapen blijven staan waar ze staan. Daarop besluit de man maar uit te stappen en dat blijkt wel effect te hebben; de kudde beweegt zich nu wel naar voren. De man stapt snel weer in zijn auto om die weer in beweging te zetten, tot de schapen het na een meter lopen wel weer genoeg vinden en stoppen. De man stapt wederom uit de auto en brengt zodoende de schapen weer even in beweging. Terwijl het meisje op dezelfde positie blijft staan (aan de zijkant, maar te ver naar voren om iets te kunnen uitrichten in het opdrijven), blijft het beeld zich herhalen: de schapen reageren niet op het opdrijven met de auto, de man stapt daarom om de meter uit zijn auto, loopt een meter met de schapen mee die dan wel gaan lopen, stapt vervolgens weer in zijn auto om die ook 1 of 2 meter naar voren te rijden, waarna de schapen weer stilstaan en het hele riedeltje zich opnieuw afspeelt.

    Blijkbaar vindt het meisje op enig moment dat dit niet echt opschiet zo en besluit ook maar in beweging te komen. Ze verlaat haar positie en loopt richting de schapen, met als doel ze wat sneller en effectiever de kraal in te krijgen. Maar ook nu weer blijven de schapen stilstaan. Het is mij niet duidelijk waarom. Zijn ze totaal niet onder de indruk van het meisje en haar intenties of snappen ze niet wat de bedoeling is en blijven ze daarom maar stilstaan? En geldt dat ook voor hun reactie op de auto?

    Omdat het maar een klein stukje is van de locatie waar de kudde zich in eerste instantie bevond naar de trailer, zijn ze inmiddels eindelijk in de buurt van de kraal aangekomen. Met de auto verder rijden heeft nu geen zin meer, dus de man loopt de laatste paar meters achter de schapen aan, terwijl het meisje de zijkant afgedekt houdt. En ja hoor, de schapen staan dan eindelijk in de kraal en van daaruit heel snel in de trailer.

    Terwijl ik mijn appel nuttig, rijdt de auto met de trailer van het weiland af. Waarschijnlijk met een opgelucht gevoel dat de schapen dan toch eindelijk na de nodige tijd in de trailer staan. Of is de man misschien (een beetje) geïrriteerd, omdat het allemaal wat moeizaam is verlopen, of op z’n minst niet is verlopen zoals hij het zeer waarschijnlijk vooraf had bedacht? En zou hij nu bedenken wat hij beter had kunnen doen? Zou hij een volgende keer dezelfde werkwijze aanhouden met de auto, of zou hij die laten staan en ze te voet opdrijven? Iets wat beduidend sneller ging dan met het inzetten van de auto het geval was.

    Onwillekeurig dringt zich bij mij de vergelijking op met de werkvloer. Hoe vaak heb ik immers al niet gezien, of achteraf gehoord, dat mensen zich vergelijkbaar gedroegen of voelden met 1 van de ‘spelers’ in dit weiland, uiteraard zonder dat die mensen voor zichzelf de vergelijking maakten met een schapendrijver of zelfs het schaap? Bijvoorbeeld dat ene afdelingshoofd; zij had een duidelijke visie over waar haar afdeling naar toe moest, maar ze onder haar leiding in die richting krijgen, leverde niets op. Resultaat: ze liet het volledig aan haar teamleider over. Of die teamleider; hij had een duidelijk plan om zijn mensen wel die richting op te krijgen, maar waren zijn methodes daarvoor wel passend en effectief of bracht het juist alleen maar verwarring onder zijn medewerkers en kostte het iedereen zo meer tijd en inzet om uiteindelijk bij dat doel te komen? En dan de medewerkers zelf; voelden zij zich soms hetzelfde als deze schapen? Was het een kwestie van niet willen bewegen in een bepaalde richting, of meer waarschijnlijk: was het omdat ze simpelweg niet wisten of snapten wat de bedoeling was? Had een andere werkwijze of vorm van communicatie wel geholpen?

    Ik stop de lege lunchtrommel in mijn tas, drink de laatste slok melk uit mijn beker en loop terug naar mijn bus. Na mijn lunch op deze idyllische plek en met uitzicht op het fascinerende schouwspel met de schapen van zojuist, kan ik er weer helemaal tegenaan. Ik start de bus en ga op weg naar mijn volgende klant.

    Doeidoei,
    Donny de glazenwasser

    #DPM
    #digitalepersoneelsmonitor
    #gahetgesprekmetelkaaraan
    #strategischpersoneelsbeleid
    #SPP
    #weetwaterspeeltopdewerkvloer
    #leerelkaarechtkennen
    #onbenutpotentieel

    Dag 2

    Lief dagboek,

    Vergeleken met de hitte van de afgelopen periode, lijkt het nu af en toe herfst. Eerlijk is eerlijk, deze temperatuur maakt het werken voor mij wel iets aangenamer. Maar die flinke regen-, hagel- en onweersbuien belemmeren mijn werk af en toe, om nog maar te zwijgen van de harde wind die soms opsteekt. Maar zoals Johan Cruijff het al zo filosofisch verwoordde met zijn Amsterdamse tongval: “Elk nadeel heb se voordeel” en zo was dat ook vandaag voor mij.

    Vandaag was ik bij een bedrijf dat de naam Veni Vidi Exit Excel op de gevel heeft staan. Ik weet eigenlijk niet wat hun core business is, maar het bedrijf fascineert mij altijd vanwege de oud Romeinse uitstraling van het gebouw en de wijze waarop zij als organisatie bij mij overkomen, namelijk als traditioneel. Het is een gebouw dat uit slechts 2 verdiepingen bestaat, dus de ladder volstaat om alle ramen een flinke opfrisbeurt te geven. Dat is weer een meevaller. Ik kan je namelijk verzekeren dat je niet alleen zeebenen nodig hebt wanneer je je op het water begeeft, maar ook met een flinke windkracht heb je wel iets aan die stevige benen als je je in een glazenwassersbakje op hoogte bevindt.

    Terwijl ik de benodigde spullen uit mijn bus haal, zie ik al dreigende wolken deze kant op komen. Het is echter nog droog, dus ik probeer zo ver mogelijk te komen met mijn werkzaamheden. Daarnaast is er nog geen code rood afgegeven en een stoere glazenwasser als ik, kan wel wat hebben. Vol goede moed til ik de ladder op mijn schouder en loop ermee naar de verste hoek van het gebouw. Na mijzelf ervan verzekerd te hebben dat de ladder stevig en veilig genoeg tegen het gebouw staat – de wind begint namelijk al wat toe te nemen -, klim ik erop en begin de eerste ramen te boenen.

    Dit gebouw heeft geen kantoortuinen of glazen wanden, maar bestaat voornamelijk uit aparte kamers. Misschien is het wel daarom dat mij na verloop van tijd iets begint op te vallen. Ik zie namelijk steeds dezelfde persoon diverse kamers in- en uitlopen. Nu hoeft dat op zich niet zo bijzonder te zijn, ware het niet dat zijn gedragingen steeds geïrriteerder begonnen over te komen en dit miste ook zijn uitwerking op de bezochte collega’s niet. Waar hij in de 1e kamer nog rustig binnenliep om iets aan de aanwezige personen daar te vragen, oogde hij na zo’n 15 minuten en 4 kamers verder precies hetzelfde als de inmiddels zeer dreigende lucht die boven ons hing. Op het laatst oogde hij zelfs zo vreselijk boos en geïrriteerd, dat ik er stilletjes in mezelf om moest lachen. Niet vanwege de man zelf of de blijkbaar vervelende situatie waar hij mee te maken had. Nee, in gedachten kwam namelijk opeens een beeld bij mij op van deze man die tegenover Rico Verhoeven stond terwijl ze een staredown hielden. En hoewel ik een groot fan ben van Rico, achtte ik hem nagenoeg kansloos als hij nu in deze situatie tegenover deze man had gestaan.

    Mijn beeld van deze staredown wordt ruw verstoord door een felle bliksemschicht met snel daarna een harde donder. Vrijwel meteen barst het los met dikke vette druppels, terwijl het onweer zich ook duidelijk boven ons bevindt. Tijd om snel beschutting op te zoeken en te wachten tot de bui weer over is. Als ik in de buurt van mijn bus kom – deze staat in de buurt van de ingang van het kantoor geparkeerd -, hoor ik iemand bij de deur roepen “Donny, kom snel binnen voor een kop koffie en beschutting”. Dit aanbod neem ik dankbaar in ontvangst en ik haast mij dan ook naar binnen waar ik vriendelijk wordt verwezen naar de koffieautomaat. Daar aangekomen blijk ik niet de enige te zijn die toe is aan een warme drank. Zo staat daar ook de man die ik zojuist nog boven hevig geïrriteerd rond had zien lopen. We begroeten elkaar en terwijl ik mijn inmiddels gevulde beker uit de automaat wil pakken, zegt de man dat hij wel toe was aan een kop koffie en korte pauze. Terwijl we samen naar buiten kijken hoe het onweer en de regen nog steeds in alle hevigheid gaande zijn, begint de man uit zichzelf te vertellen dat hij nogal geïrriteerd was omdat het niet ging zoals hij wilde. Hij blijkt een teamleider te zijn met de opgave om binnenkort weer de jaarlijkse gesprekken met zijn mensen te voeren. Dat vindt hij een belangrijke en serieuze aangelegenheid en hij bereidt zich daar dan ook graag goed op voor. Hij mist daarin echter de juiste ondersteunende middelen, gaf hij aan. “Hoe kan ik nu gedegen gesprekken voeren met mijn medewerkers, als ik niet alle relevante informatie van de afgelopen periodes tot mijn beschikking heb? Ik ben gewend alles altijd op te schrijven en te bewaren, zodat we kunnen zien wat er reeds is besproken, hoe het over een bepaalde periode is gegaan, of er vooruitgang is of niet, wat gemaakte afspraken en beloftes zijn, etc. Maar die informatie blijkt nu incompleet te zijn en ten dele zelfs zoek.” Op mijn vraag hoe dat kan en op welke wijze die informatie wordt verwerkt, geeft de man aan dat ze daarvoor met Excel werken. “Echt een prima programma met heel veel goede mogelijkheden en functionaliteiten, maar je moet het wel voor de juiste doeleinden inzetten. Eerder werden alle gespreksverslagen en notities e.d. uitsluitend schriftelijk op papier gezet en in mappen bewaard, dus het gebruik van Excel werd al als een digitale vooruitgang gezien. Maar”, vervolgt de teamleider zijn verhaal, “er zitten de nodige risico’s en beperkingen aan vast. En dat ervaar ik niet als enige, maar mijn collega leidinggevenden hoor ik er ook steeds meer over. Zo wordt het creëren van gedegen managementinformatie gemist en dan met name de overzichtelijke gegevens op bijvoorbeeld afdelingsniveau of organisatieniveau. Ook kunnen wij er niet alle informatie in kwijt die wij er wel in zouden willen verwerken en die van grote relevantie is. Om nog maar te zwijgen van het dus blijkbaar zoek kunnen raken van bepaalde bestanden; iets waar ik vanmorgen mee werd geconfronteerd en mijn irritatie over deze gehele werkwijze flink deed toenemen. En nogmaals, Excel is een geweldig programma, maar je hebt er wel een gedegen kennis van nodig om er echt goed mee te kunnen werken en eruit te halen wat ermee mogelijk is. Terwijl onze behoeftestelling op een ander vlak ligt en ik weet dat daar prima digitale systemen voor zijn die juist zeer eenvoudig, gebruiksvriendelijk, efficiënter en effectiever werkzaam zijn. Vanuit mijn vorige baan bij een andere organisatie heb ik daar ook mee gewerkt en dat was fantastisch. De techniek is toch immers ontworpen om faciliterend aan ons werk te zijn en het ons daardoor op onderdelen gemakkelijker te maken?” vraagt de man tot slot terwijl hij mij aankijkt. Ik antwoord hem dat ik ook denk dat dat inderdaad wel het geval is of op zijn minst zou moeten zijn. En hoewel ik geen mensen in dienst heb en daarom geen gesprekken hoef te voeren, kan ik mij er alles bij voorstellen dat je graag een goed en eenvoudig werkend systeem tot je beschikking hebt. Ik schets hem het voorbeeld van het systeem waar ik mee werk ivm mijn facturatie, administratie, voorraadbeheer, etc. Waar ik voorheen veel tijd kwijt was aan dat alles te registeren en verwerken, kost het mij nu nog maar een fractie van die tijd en werk ik er met meer plezier mee omdat het dat aspect van mijn werk zoveel eenvoudiger heeft gemaakt. “Precies”, zegt de man, “dat is nu exact datgene wat ik bedoel.”

    Buiten klaart het op en is het weer droog. Ook de teamleider naast mij lijkt zichtbaar wat opgeklaard te zijn nu hij zijn verhaal heeft gedaan. Monter geeft hij aan dat hij nu meteen een voorstel op papier gaat zetten voor de directie, met als doel ze te overtuigen om zo’n digitaal systeem aan te gaan schaffen. “Het is immers 2019, de hoogste tijd voor de digitale vooruitgang.” Met een glimlach op zijn gezicht zegt hij mij gedag en loopt terug naar zijn werkplek.

    Ook ik ga weer aan het werk om de laatste ramen schoon te maken. Dankzij de hevige regen van zojuist is er gelukkig al de nodige vuiligheid van de ramen gespoeld, waardoor ik sneller klaar ben met de reiniging van de ramen. Dat is fijn, want zo kan ik hierna thuis meteen nog even achter de computer om mijn administratie bij te werken. En na dat gesprek van zojuist kijk ik daar met nog meer plezier naar uit dan dat ik doorgaans al doe. Waar een flinke bui al niet goed voor kan zijn.

    Doeidoei,
    Donny de glazenwasser

    #DPM
    #digitalepersoneelsmonitor
    #gahetgesprekmetelkaaraan
    #strategischpersoneelsbeleid
    #SPP
    #weetwaterspeeltopdewerkvloer
    #leerelkaarechtkennen
    #onbenutpotentieel

    Dag 1

    Lief dagboek,

    nooit gedacht dat ik dit ooit zou doen, maar als man van de tijd kan ik niet achterblijven en dus ben ik ook gestart met het opschrijven van mijn dagelijkse belevenissen in een dagboek. Ongelooflijk waar zo’n dagboek al niet goed voor kan zijn: je kunt alles van je afschrijven, het helpt bij het steeds opnieuw overzien van allerlei mooie gebeurtenissen (wat lang niet altijd groots en meeslepend is, maar juist in de kleine momenten opgesloten zit), het schrijven brengt je steeds opnieuw weer in een flow en totale ontspanning en misschien nog het beste van al: ‘a diary a day, keeps the doctor, psychologist and company doctor away’. 😊 In de huidige tijd van nationale stress niet verkeerd om af en toe dus even te ontstressen.

    Maar los van al deze zeer fijne bijkomstige voordelen, ben ik dit dagboek vooral gestart omdat ik in de loop van mijn werkzame jaren als glazenwasser zeer veel diverse situaties op allerlei werkvloeren heb gezien. Deze situaties stapelden zich allemaal maar op in mijn hoofd en gedachten, terwijl ik een patroon begon te zien in die situaties. Al die informatie zit nu in mijn hoofd, maar schreeuwt om eruit te mogen. En waarom ook niet, bedacht ik mij? Het delen van die situaties is 1 aspect, maar wellicht helpt het jou ook door het lezen van die situaties omdat ze – of een enkeling daarvan – zeer waarschijnlijk herkenbaar zijn en je wellicht daardoor aanzetten tot actie. Actie in de vorm van zelf stappen zetten of het bespreekbaar maken met personen die zich in vergelijkbare situaties bevinden. Kortom, ik zie het alleen maar als een win-win situatie. Ik kan mijn hoofd leegschrijven en wie weet help ik er nog iemand mee ook.

    Het leven van een glazenwasser is een mooi, vrij, resultaatgericht en heerlijk-in-de-buitenlucht-beroep. Weer of geen weer, ik doe altijd fluitend mijn werk. Zo ook toen het onlangs zo verschrikkelijk warm was. Ik was dan wel buiten in de warmte aan het werk, zonder enige vorm van verkoeling, maar dat wil niet zeggen dat het binnenin een bedrijf altijd per definitie ‘koeler’ is, ook al zou dat verwacht worden gezien de aanwezige airco’s. Zo was ik pas bij Vac’s Vacuüm, een kleiner kantoorpand bestaand uit zo’n 3 etages en met de nodige raampartijen. Een aantal mensen (ik vermoed managers en/of directie) die zich met elkaar in een glazen vergaderruimte bevonden, zagen er overduidelijk oververhit uit. Ik dacht eerst dat het vanwege de verhoogde temperatuur was, maar al snel viel mijn oog op het tv-scherm waarop een factsheet zichtbaar was. Met een aantal sterk piekende lijnen, rode cijfers en wat korte alarmerende kreten, werd in 1 oogopslag duidelijk dat het om hun vacatures en uitstroom ging. Blijkbaar had dit bedrijf er zowel moeite mee om z’n mensen vast te houden als ook om de achtergelaten functies opnieuw in te vullen. Dat lijkt mij als leek zijnde een aardig probleem en de lichaamshouding en wijze van discussiëren van de dames en heren in die vergaderruimte bevestigden dat beeld zonder enige twijfel.

    Uiteraard kon ik niet horen wat er werd gezegd, maar terwijl ik bezig was met het schoonmaken van de naastliggende ramen – die overigens ook wel een goede schoonmaakbeurt konden gebruiken, maar dat terzijde -, werden er andere sheets getoond. Op 1 ervan stond duidelijk te lezen:

    “ Actuele situatie:

    • geen exitgesprekken
    • geen beeld bij reden van vertrek mdw’s
    • groot verlies met vertrek mdw’s ivm verloren kennis/kunde tav bedrijf
    • ivm vorige punt: steeds inhaalslag nodig -> kost tijd en geld
    • zeer moeilijk om de juiste personen voor deze functies te vinden”

    ‘Hmm, een lastige en uitdagende situatie’, dacht ik in stilte over die feitelijke opsomming, toen ik mijn zeem over het kozijn haalde. Blijkbaar een groot probleem voor dit bedrijf, maar hoe los je dat zo 1-2-3 op? Ik begon de oververhitting van de dames en heren wel te begrijpen en was blij dat ik zelf iets meer de verkoeling kon opzoeken door mij naar hoger gelegen raampartijen aan de schaduwzijde van het gebouw te begeven. Achter de 1e vijf ramen was niets opvallends te zien. De aanwezige medewerkers leken daar geen al te grote problemen te hebben met de temperatuur en zaten druk achter hun computers te typen, te telefoneren of waren met elkaar in gesprek. Een enkeling zwaaide zelfs nog vriendelijk naar mij en stak een duim op voor het weer schoon opgeleverde raam. Ja, ik heb dankbaar werk en het levert altijd een mooi en schoon resultaat op. 😊

    Achter het 6e raam op diezelfde etage viel mij echter iets bijzonders op. Een man zat met zijn rug naar het raam gekeerd achter de computer, waardoor ik zicht had op het grote beeldscherm. Hierop was onmiskenbaar te zien dat de man aan het zoeken was naar een vacature. Ik zag namelijk diverse tabbladen van de bekende grote vacaturesites open staan. Ik doopte net mijn inwasser in het water om het raam nog eens extra nat te maken – een vogel had nogal het nodige aan vuiligheid op het raam achtergelaten -, toen ik de man door zag klikken op een sollicitatieformulier. Terwijl ik met de natte inwasser nog eens goed over de vuiligheid van het raam ging, vulde de man zijn gegevens in en uploadde zijn cv. Tegen de tijd dat ik halverwege het raam was met de trekker, verscheen een pagina met daarop groot vermeld: “Bedankt voor je sollicitatie bij bedrijf ***. Wij nemen zo spoedig mogelijk contact met je op.” Daaronder stond de functienaam vermeld waarop hij zojuist had gesolliciteerd. En wat deze situatie zo bijzonder maakte en de reden waarom ik dit hier beschrijf: het was exact dezelfde functiebenaming als die ik even hiervoor op 1 van de sheets zag staan in de vergaderkamer bij de titel ‘moeilijk vervulbare vacatures’. Ik kan helaas niet beschrijven om welke functie het precies gaat, want het was een ingewikkelde Engelse benaming die mij niets zei (tegenwoordig kom je me toch een ingewikkelde en duur klinkende functiebenamingen tegen…) en die ik daarom niet letterlijk heb onthouden, maar ik ben er 100% zeker van dat het dezelfde functiebenaming was.

    Terwijl ik de resterende ramen schoonmaakte, kon ik in gedachten maar niet loslaten wat ik in het afgelopen half uur had gezien. Zo oogden er lager in het kantoorpand een aantal dames en heren aardig in paniek, gezien hun problemen met de uitstroom en moeilijke vervulbare vacatures, terwijl er bijna gelijktijdig iemand iets hoger in datzelfde kantoorpand (en daarmee bij hetzelfde bedrijf behorend) solliciteerde op één van dezelfde vacatures, maar dan buiten die organisatie. Het kwam op mij over als zo’n jammerlijke situatie. Voor de organisatie omdat het hun toch al actuele probleem nog eens extra versterkte en voor de medewerker omdat hij blijkbaar reden zag om de organisatie te willen of moeten verlaten, terwijl er intern een zelfde functie vacant was. En het is nu ook niet bepaald zo dat deze medewerker hier nu al zo lang werkt. Ik weet namelijk nog goed dat hij zo’n 1,5 jaar eerder in dienst kwam, want toen ik hier bezig was met de periodieke schoonmaakklus, hadden collega’s zijn werkplek uitbundig versierd met onder andere uitingen als ‘Welkom bij Vac’s Vacuüm’.

    Dit alles zo overpeinzend, begon ik mij af te vragen of ze van elkaar wel wisten wat er speelde. Wist de medewerker bijvoorbeeld dat deze functie ook hier vacant was? En zo nee, had hij dan niet veel liever op deze functie hier gesolliciteerd? Toch een andere functie, maar dan binnen dezelfde organisatie en daarmee dus de vertrouwdheid, eigenheid en het kunnen voortborduren op de reeds aanwezige kennis en kunde. En wat is zijn reden om de organisatie nu al te willen verlaten? Was dit niet de juiste organisatie voor hem, waren er externe omstandigheden (bv een verhuizing) die hem tot dit besluit ‘dwongen’, of wil hij zo graag precies die functie vervullen en zag hij zich genoodzaakt om daarvoor buiten de deur te kijken, niet wetend dat die functie ook hier vacant is?

    En wat te denken van de organisatie; weten zij wat er speelt bij de medewerker? Weten zij dat hij weg wil en wat daarvan de reden is? Hebben ze intern bekend gemaakt waar ze tegenaan lopen, maken ze bekend wat de actuele vacatures zijn, etc.? Als ze weten dat deze man interesse heeft in deze specifieke functie, zouden ze hem dan maar wat graag in diezelfde functie willen aanstellen en hem daarmee behouden voor de organisatie? Of zouden ze überhaupt moeite willen doen, als ze zouden weten wat zijn reden is om buiten de organisatie te solliciteren?

    Een hoop vragen en veel ‘wat als?’ De antwoorden hierop weten echter alleen de betrokkenen zelf. Als ze die informatie maar met elkaar zouden delen en het gesprek met elkaar aan zouden gaan. Dan zou het zomaar een andere situatie op kunnen leveren. Maar ja, dat is alleen maar mogelijk in een ‘ideale wereld’. Of toch niet?

    Ik zette de laatste spullen in mijn bus en ging op weg naar huis. Het einde van de werkdag was aangebroken. De klus was weer geklaard; hoog tijd voor een douche en verfrissend drankje.

    Doeidoei,
    Donny de glazenwasser

     

     

     

     

     

    #DPM
    #digitalepersoneelsmonitor
    #gahetgesprekmetelkaaraan
    #strategischpersoneelsbeleid
    #SPP
    #weetwaterspeeltopdewerkvloer
    #leerelkaarechtkennen
    #onbenutpotentieel

    Donny stelt zich voor

    Hi,

    ik ben Donny de glazenwasser. Ik ben een en dezelfde persoon als in de advertenties van HCM HR, maar wellicht toon ik nu toch wat anders. Het is verbazingwekkend wat een zonnebril met je kan doen…

    Tot nu toe heb je mij alleen nog maar kunnen aanschouwen in o.a. HRM-vakbladen en op internet (HCM-site en LinkedIn). Maar vanaf heden ben ik ook ‘te lezen’. Ik ga namelijk mijn belevenissen op papier zetten en met jou delen. Als glazenwasser bij bedrijven maak ik namelijk het nodige mee. Nou ja, meemaken… het is eigenlijk meer aanschouwen. Ik zie natuurlijk heel veel op de werkvloer gebeuren en dat op – letterlijk en figuurlijk – alle niveaus van een bedrijf. Dat is niet omdat ik nieuwsgierig ben en alleen maar naar binnen sta te koekeloeren, maar omdat mijn werk nu eenmaal voor 99% bestaat uit het schoonmaken van ramen; oftewel glazen die transparant zijn en daardoor dus een blik werpen op datgene wat zich daarachter afspeelt. Daardoor zie ik tijdens het soppen, afnemen en zemen wat er op dat moment aan de andere kant van het raam gebeurt. En met al die huidige kantoortuinen, glazen tussenwanden en andersoortige open ruimtes, levert dat inmiddels een ‘vergezicht’ op in de betreffende organisaties.


    Al die situaties en uitwerkingen daarvan (ja, ook daarvan ben ik regelmatig getuige) leveren een schat aan informatie op en het is inmiddels haast een archief geworden. Ik word daarom wel eens een wandelende database genoemd, of zoals insiders mij liefkozend noemen: Donny de personeelsmonitor.

    Ik wil mijn bevindingen graag met jou delen. En maak je geen zorgen: vanwege de AVG is niets te herleiden naar bestaande personen of bedrijven. Naast mijn persoonlijke integriteit, hou ik van mijn werk als glazenwasser en dat wil ik graag nog jaren blijven doen.

    Nieuwsgierig naar mijn belevenissen? Volg mij dan op LinkedIn en/of laat je mailadres achter aan de linkerzijde van deze pagina. Je ontvangt dan automatisch bericht.

    Doeidoei,
    Donny de glazenwasser

     

     

     

     

     

    #DPM
    #digitalepersoneelsmonitor
    #gahetgesprekmetelkaaraan
    #strategischpersoneelsbeleid
    #SPP
    #weetwaterspeeltopdewerkvloer
    #leerelkaarechtkennen
    #onbenutpotentieel